dinsdag 19 maart 2013

Boekbespreking: Een goede raad – J.K. Rowling


Rowling boekbespreking
 
Een goede raad is de eerste roman voor volwassenen van J.K. Rowling. Even wennen voor een aantal recensenten, lijkt het. Na verschijning van het boek in oktober 2012 verschenen de eerste boekbesprekingen die ouders waarschuwden het boek vooral niet aan hun kinderen te laten lezen, want het stond vol met seks, drugs en scheldwoorden. Het zou in niets lijken op de succesvolle Harry Potter-boeken. Natuurlijk was ik nieuwsgierig (ik was en bén nog steeds een enorme fan van de Harry Potter-reeks) en dus las ik Een goede raad.

En nee, het verhaal lijkt in de verste verte niet op Rowling’s eerdere verhalen. Ik heb het na de eerste hoofdstukken zelfs even weggelegd, het was zo anders dan ik had verwacht. En toch pakte ik het boek later weer op en besloot door te lezen. En al doende ontdekte ik steeds meer overeenkomsten met Rowling’s eerdere werk. Benieuwd? Gauw verder klikken dan!

Goede raad

Een goede raad vertelt het verhaal van het dorpje Pagford in Engeland. Na de dood van Barry Fairbrother, één van de raadslieden van het plattelandsdorpje, komt zijn zetel vrij en verkiezingen volgen. De geliefde Barry, met een zwak voor de achterstandsbuurt The Fields, blijkt echter ook zijn tegenstanders te hebben gehad en de verkiezingen verlopen dus strijdlustig en niet altijd even eerlijk. De strijd tussen de inwoners van Pagford heeft zelfs nieuwe doden tot gevolg.

Deze strijd zou tot een plot vol actie kunnen leiden, maar het tegendeel is waar. De roman bevat juist een rustig, bijna kabbelend plot. De oorzaak hiervoor is te vinden in de vele personages, maar vooral ook in dat grote, overkoepelende karakter, namelijk: Pagford. Pagford is het hoofdpersonage van Een goede raad. En hier begint één van de overeenkomsten met Harry Potter. Het verhaal is namelijk heel beeldend, bijna filmisch beschreven, zoals ook bij HP het geval is.

‘Evertree cresent was een halvemaan met jarendertigbungalows op zo’n twee minuten lopen van het centrale plein van Pagford. Op nummer 36, een huis dat langer bewoond was dan alle andere in de straat, zat Shirley Mollison rechtop in haar kussens de thee te drinken die haar echtgenoot haar had gebracht. Haar spiegelbeeld in de deur van de inbouwkast was wazig, deels doordat ze haar bril niet droeg en deels door de zachte gloed die de gordijnen met het rozenpatroon in haar kamer verspreidden. In dat flatteuze schemerlicht had het rimpelige roze met witte gezicht onder het korte zilverkleurige haar iets engelachtigs.’ (p.20)

Een tweede overeenkomst zit ‘m ook in de personages. Zij zijn bijna karikaturen, met uitvergrote karaktereigenschappen en uiterlijkheden. Zo heb je de corpulente Howard Mollison (die me aan Herman Duffeling doet denken), de ordinaire Krystal Weedon van lage komaf (met haar platte accent à la Hagrid), de magere 62-jarige Maureen die in te strakke kleding en op veel te hoge hakken rondwaggelt en de doktersfamilie Jawanda met hun exotische namen (Jawanda, Sukhvinder, Vikram). En dan zijn er natuurlijk nog de tieners, zoals Andrew (Acné Andy) en de populaire Stuart. Net zoals in de HP-reeks zijn het vooral deze jongeren die het beste zijn neergezet, met al hun herkenbare problemen.
Ook het dorp zelf is herkenbaar. De nieuw te openen lunchroom van Shirley en Howard krijgt de naam ‘The Copper Kettle’. Of het nu een bewuste verwijzing is naar HP zal ik nooit te weten komen, maar ik weet wel dat het me aan de vele winkeltjes en cafés in het dorpje Zweinsveld uit Harry Potter deed denken.

Het grote verschil met Rowling’s eerdere werk is dat dit veel rauwer en bijna menselijker lijkt. Het dorp worstelt met de problemen van alledag, die niet met magie op te lossen zijn. Pesterijen, verslavingen, automutilatie, huiselijk geweld en zelfmoord komen aan bod. Niets menselijks is de inwoners van Pagford vreemd. Iedereen bemoeit zich met elkaar, maar wanneer het erop aankomt, kijkt iedereen de andere kant op of zijn ze te druk met hun eigen sores. Zo ook in de scene die de dramatische climax vormt van het verhaal (want ja, die is er wel degelijk). Ook in deze scene komt het filmische karakter van het boek mooi naar voren. We volgen de kleine Robbie, Krystals broertje, die alleen door het dorp dwaalt:
‘Huilend klom hij over de glibberige oever weer omhoog naar de bank. Hij was gewend zijn zin niet krijgen en gedroeg zich doorgaans tegendraads, omdat de gramschap en regels van grote mensen behoorlijk arbitrair leken. Hij had geleerd de kans op kleine geneugten met beide handen aan te grijpen, waar en wanneer hij maar kon.
       Hij was kwaad op Krystal en dwaalde over de weg een beetje van de bank af. Op de stoep kwam een man met een zonnebril hem tegemoet lopen.
       (Gavin was vergeten waar hij zijn auto had geparkeerd. Hij had Mary’s huis overhaast verlaten en was recht naar beneden door Church Row gelopen. […] )’ (pag. 495/496)
En even later:
‘Robbie wurmde zich door het gat en nam de grote groene ruimte met de uitwaaierende kastanjeboom en de doelpalen in zich op. Robbie wist wat dat waren doordat zijn neef Dane hem een keer in de speeltuin had laten zien hoe hij tegen een voetbal moest trappen. Hij had nog nooit zoveel groen bij elkaar gezien.
       Er kwam een vrouw over het veld aanlopen. Ze had haar armen over elkaar en haar hoofd gebogen.
       (Samantha had doelloos rondgelopen, gelopen en gelopen, in het wilde weg, zolang het maar niet in de buurt van Church Row was. […] )’ (pag. 496)
Niemand let op het kleine jochie, met alle gevolgen van dien. Dit verhaal gaat over de verhoudingen binnen een gemeenschap, en verschilt daarin uiteindelijk toch niet zoveel van de Harry Potter-reeks. Ook in Een goede raad strijdt goed tegen kwaad, gaat het over liefde, vriendschap en verraad, en bovenal over de consequenties van de keuzes die we maken. 

Dus ja, Een goede raad is een heel ander boek dan we van Rowling gewend zijn: rauw en hard – hoewel,  gelukkig is het niet alleen maar kommer en kwel, zo brengt Samantha Mollison wat lucht in de roman door haar crush op één van de zangers van de favoriete boyband van haar dochter – maar tegelijkertijd blijft haar schrijfstijl des Rowlings met karakteristieke personages, herkenbare thema’s en een filmische setting. Het zou mij in ieder geval niets verbazen als ook dit verhaal binnenkort in de bioscopen te zien zal zijn. Dus zet die eerste hoofdstukken even door, laat alle personages rustig bezinken en lees daarna verder, je zult worden beloond met een prachtig verhaal dat je langzaam maar zeker het dorp doorvoert naar een einde dat nog even door je hoofd zal spoken.



J.K. Rowling, Een goede Raad. De Boekerij, 2012.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten